Rotterdam: Depot, Chabot, Sonneveld, Kunsthal, Natuurhistorisch en Fotomuseum
- Minxia Mae
- 11 mrt
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 9 mei
Omdat ik in Amsterdam ben opgegroeid, wist ik eerlijk gezegd weinig (positiefs) over Rotterdam. Toch wekte de volgende quote mijn nieuwsgierigheid: “Rotterdam, stad van de toekomst, die zich niet in de schaduw van haar verleden verstopt.” En dat was te zien: De stad ademt moderniteit: lijnen, hoeken, glas en staal bepalen het straatbeeld, vooral zichtbaar in de Markthal. Dat gebouw is een spektakel op zich – vol licht, vrolijke afbeeldingen, geuren en geluiden.
Aan het Museumpark in Rotterdam liggen meerdere goed onderhouden musea, waaronder het indrukwekkende depot Boijmans Van Beuningen - door sommigen ook wel ‘de bloempot van Rotterdam’ genoemd. Door de glazen buitenwand kijk je letterlijk achter de schermen van het museumleven. Binnen vond ik prachtige werken en sterke verhalen, wellicht extra bijzonder omdat het hoofdgebouw van Boijmans gesloten is. De tentoonstelling over Lee Miller – fotografe, model en oorlogscorrespondent – raakte me; terecht dat daar recent een film over is verschenen. Op het dakterras ontdekte ik een tuin mét horeca, waar fleecedekens klaarlagen vanwege de kou.
Tegenover het depot staan moderne witte villa’s waarin twee musea zijn gehuisvest. Zo kende het Chabot museum werken van Schortemeijer, maar meer indruk maakte het verderop gelegen Huis Sonneveld. Dit is een van de best bewaard gebleven huizen (en respectvol gerestaureerd) in de stijl van het Nieuwe Bouwen uit de jaren dertig. Het huis is ontworpen door architectenbureau Brinkman en Van der Vlugt, bekend van de Van Nellefabriek en het Feyenoordstadion. Mocht je een bezoekje wagen, de audiotour is een aanrader.
Ook bezocht ik de Kunsthal waar de tentoonstelling Searching Humanity van Ai Weiwei liep. Helaas was het daar zó druk dat ik vooral foto’s in de ‘museumfile’ heb gemaakt, om thuis rustig terug te kijken. Het nabijgelegen Natuurhistorisch museum sloeg ik daarom ook over.. Gelukkig bracht het Nederlands fotomuseum rust en diepgang. De eregalerij van de Nederlandse fotografie was prachtig, en ik heb met veel bewondering de tentoonstelling van Ad van Denderen – over onderweg zijn – gezien.